Piet Dijkstra | dinsdag 2 Dec 2014, 19:33
Lo Wang is terug in Shadow Warrior. Een remake van een shooter uit het Duke Nukem tijdperk. Is zo'n FPS in 2014 nog relevant?
Als je niet (meer) weet wie Lo Wang is: hij is de hoofdpersoon in Shadow Warrior, een game die uitkwam in 1997, de tijd dat first person shooters vooral synoniem waren met sprites, demonen en geweld. Wat Shadow Warrior indertijd opvallend maakte, was het Aziatische thema, compleet met werpsterren en een samuraizwaard.
Deze ‘moderne’ remake houdt in sterke mate vast aan de principes van het shootergenre in de jaren 90, en dat is zowel de grootste kracht als de grootste zwakte van het spel. De actie in Shadow Warrior is no-nonsense en de humor en het verhaal zijn heel erg yes-nonsense. Foute one-liners begeleiden het verhaal over een zoektocht naar een legendarisch zwaard dat zowel door Lo Wang, de Yakuza en oeroude demonische geesten begeerd wordt.
Qua stijl lijkt Shadow Warrior op een kruising tussen Duke Nukem en The Darkness. Maar de vergelijking met die laatste game gaat maar gedeeltelijk op. Net als Jackie Estacado uit The Darkness, heeft Lo Wang een demoon bij zich die zo nu en dan commentaar of instructies geeft. De artstyle van Shadow Warrior kent daarnaast ook volle kleuren en heeft iets weg van een stripboek, maar als je naar de gameplay kijkt, is Shadow Warrior toch wat meer rechttoe-rechtaan.
Vanaf de eerste speelseconde is in principe elk personage in de game een vijand die dood moet. Gedurende de zeventien hoofdstukken die het spel telt, doorkruis je berggebieden, Japans ogende landschappen, scheepswerven en shaduw-dimensies, maar overal geldt hetzelfde: iedereen moet dood. In feite beweeg je Lo Wang van confrontatie naar confrontatie waarbij de ruimten of gebieden afgesloten zijn totdat elke vijand dood is.
Goud gloeiende deuren geven aan welke kant je op moet en op een enkele schakelaar of sleutel na hoef je eigenlijk geen speurwerk of intelligentie toe te passen om voortgang te boeken in het spel. Er zijn ook geen muurtjes om achter te schuilen, dit spel draait om vlugheid, precisie en heel veel knallen. Dit vond ik in het begin heerlijk verfrissend. Net als bij de Serious Sam games, is het een prettige afwisseling om gewoon door de levels te rennen en vijanden af te knallen terwijl ze je massaal bestormen.
Bovendien zijn de wapens en magische vaardigheden die vrij te spelen lekker gevarieerd. Naast het vrijwel altijd bruikbare samuraizwaard zijn er genoeg krachtige wapens (vier-loops shotgun!) om de horden monsters te lijf te gaan. Voor het zwaard zijn er krachtige aanvallen vrij te spelen en ook zijn er magische vaardigheden die Lo Wang de mogelijkheid geven om bijvoorbeeld zichzelf te genezen of een schokgolf af te vuren. Deze vaardigheden en aanvallen hebben een bijzonder besturingssysteem: ze worden geactiveerd door een input op de linkerstick in combinatie met één van de triggers. Dit is in het begin wennen en werkt helaas niet gemakkelijk.
Door de variatie en de pure actie, vermaakte ik me aanvankelijk uitstekend met Shadow Warrior. De onzin van Lo Wang en zijn demonische partner is niet tenenkrommend slecht en af en toe best grappig. De vaart zit er in het begin van het spel goed in en er zijn genoeg geheimen te vinden in de levels, net als vroeger. Maar op een gegeven moment had ik de meeste wapens vrijgespeeld en waren alle vijanden geïntroduceerd. De gameplay verandert gedurende het spel niet en op ongeveer tweederde van het spel begon de herhaling toe te slaan.
Het verhaal is verwaarloosbaar en daardoor voelde ik veel minder de drive om door te spelen, behalve de voldoening van het uitspelen van het spel. Het laatste gedeelte van het spel bestaat uit lange hoofdstukken waarin je van A naar B wordt gestuurd en van confrontatie naar confrontatie met steeds meer monsters. Hier verloor Shadow Warrior voor mij een beetje zijn glans.
In eerste instantie vond ik de greep naar de nineties stijl van gameplay erg prettig, maar op een gegeven moment was het kunstje gedaan. Ik verwacht van een game van meer dan twaalf uur tegenwoordig meer dan non-stop knallen en hakken. De game ziet er aardig uit, maar spettert niet van je scherm af en het ontwerp van de levels is ook puur gericht op de vuurgevechten. De game biedt een volledig actiegericht knalfestijn en niets meer.
Shadow Warrior blijft trouw aan het origineel en zet vol in op actie, geweld en onderbroekenlol. Dat levert het spel dan ook met verve, maar daar blijft het helaas bij. Het spel is zeker het spelen waard, vooral als je toe bent aan iets anders dan een bruingrijze cover-shooter. Helaas probeert Shadow Warrior de ervaring onnodig te rekken waardoor het uitspelen van het verhaal een moeizame klus kan lijken.
Voor echt Japanse invloeden zou ik D4 checken ;)
Deze game is even Pools als Japans.
Verfrissend ouderwets... of ouderwets verfrissend? Overigens staat deze game zeker op m'n to-play lijstje, alles met Japanse invloeden moet ik spelen :D