Casper Egas | dinsdag 7 Mei 2019, 10:36
Fade To Silence is een survivalspel in de geest van Generation Zero; een open wereld waarin je goed moet opletten hoe je moet overleven met minimale mogelijkheden vanaf het begin.
Gespeeld op Xbox One X
Ontwikkelaar Black Forest Games heeft bij mij een zeer goede indruk achter gelaten met Giana Sisters: Twisted Dreams (op allerlei systemen) en heeft ook een aardige Bubsy-revival gemaakt voor de PlayStation 4. Nu komen ze met Fade to Silence, een ambitieuze 3D-game met een open wereld. Fade to Silence combineert de klassieke open-wereldformule met survivallen in de post-apocalyptische kou en het harde uit rogue-like games. Is het gelukt om met deze ingrediënten een sterk spel te maken, of was dit project misschien iets te ambitieus voor deze vrij kleine ontwikkelaar?
In Fade to Silence word je als het personage Ash klaarblijkelijk wakker uit de dood met een soort geest, die aan de Dood doet denken, om je heen. Je bevindt jezelf in een crypte en moet eerst naar buiten zien te komen. Eenmaal buiten moet je wat vechten en blijk je in een sneeuwlandschap met hier en daar wat ruïnes van de moderne wereld te staan. Je hebt hier aanvankelijk een kleine basis met alleen jouw dochtertje om je gezelschap te houden.
Het is zaak om er snel op uit te gaan, want anders zal je snel verhongeren en bevriezen. Beetje bij beetje vind je brandhout, jaag je op herten en kun zelfs andere overlevenden vinden. Deze andere overlevenden helpen je met het zoeken van grondstoffen, maar kunnen ook gebouwen helpen bouwen en ze kunnen met specifieke vaardigheden spulletjes maken. Een bontjas, een goed wapen, een boog en bouwmaterialen zijn immers geen overbodige luxe.
Je weet aan het begin niet wat er gebeurd is met de wereld. Waarom is alles vergaan tot een grote ijsvlakte met slechts enkele overlevenden? Waarom zijn er overal monsters? En wat doet de kwaadaardige geest hier de hele tijd? Met korte flashbacks wordt zeer geleidelijk duidelijk wat er achter zit en zal het spel uiteindelijk naar een duister, maar tof einde leiden. Ik vind alleen dat veel van de fragmenten zo kort en vaag zijn, dat te lang totaal onduidelijk is wat er gebeurd is.
De duistere toon wordt versterkt door de andere overlevenden die je spreekt. Deze willen best samenwerken, mits je ook bereid bent ze te helpen, maar ze hebben elk ook een duistere geschiedenis. Deze backstory vertellen ze beetje bij beetje aan je, zodra je hun vertrouwen hebt gewonnen. Ook meer controversiële onderwerpen gaat de ontwikkelaar daarmee niet uit de weg.
Voordat ik begon aan Fade to Silence had ik net met Generation Zero een ander lang survival-openwereldspel gespeeld. Het lag dus in de verwachting dat het spel met wat zou gaan vervelen. Bij de vele Assassin’s Creed-spellen is dat bijvoorbeeld ook het geval. Maar hier was dat gelukkig niet zo. Fade to Silence is voldoende uniek en verslavend om gedurende zijn redelijk lange spelduur boeiend te blijven.
Een van de redenen is dat het overleven aanvankelijk echt pittig is. Je hebt enkele levens, die je kunt gebruiken om weer uit de dood op te staan in de crypte, maar als je daar doorheen bent, dan is het echt afgelopen. Er zijn wat mogelijkheden om nieuwe levens te verdienen, maar in mijn eerste spel ging het eindelijk toch mis. Als je na een uur of acht vrijwel alle progressie verliest, dan is dat een erg bittere pil. Je kunt een paar dingen kiezen om te bewaren, maar alle andere dingen zijn weg. Je hebt geen basis meer, geen spullen meer, geen andere overlevenden meer, geen ingevulde kaart meer en ga zo maar door. Ik denk dat veel mensen op dit punt daarom af zullen haken. Ik beet echter op mijn lip en pakte door. Nu deed ik alles een stuk beter en was er geen hongersnood en kou meer in mijn kamp en kon ik echt progressie maken.
Het voordeel van een dergelijke strenge aanpak is dat het spel ook heel spannend kan zijn. Er is immers een echte straf als je dood gaat. Gewoon even herladen en opnieuw proberen is er niet bij. Jammer genoeg werd Fade to Silence later toch wat makkelijker in mijn tweede spel, waardoor ook de spanning, met nog vijftien levens op zak, wegzakte.
Vooral wanneer je online speelt met een ander neemt de moeilijkheidsgraad af. De tweede speler is te gast in jouw game en speelt als een van de andere overlevenden die zich in jouw kamp ophoudt. Dit systeem werkt erg leuk en maakt de lol in het spel nog groter. De nadelen zijn wel dat de andere speler zich meer een hulpje van de hoofdspeler kan voelen en dat je pas coöperatief kan spelen nadat je ten minste een ander personage hebt gevonden. Ook is het nogal suf dat de tweede speler geen Achievements ontgrendelt.
Fade to Silence is geen mooi spel. Alles oogt niet zo scherp en de belichting oogt zeer gedateerd. Op zich is de wereld wel spectaculair gemaakt met zijn landschappen, sneeuwstormen, tornado’s en kwaadaardige rode ranken over de grond, maar het popt allemaal niet echt. Vooral de overgangen van dag naar nacht lopen veel te plotseling en ogen erg lelijk. De audio is van een veel hoger niveau; met onheilspellende muziek, die niet te aanwezig is en goed bij de sfeer van het spel past en redelijk goede stemacteurs.
De afwerking van het spel laat te wensen over. Zo ben ik zonder duidelijke reden een kampgenoot kwijtgeraakt en zijn er regelmatig glitches te zien. Erger is dat de tweede speler er vrij regelmatig zonder reden uitknalt en dan bij terugkomst al zijn spullen opnieuw moet oppakken. Vreemd genoeg verdubbelen sommige spullen op deze manier. Ook een groot probleem is de framerate, die vooral later in het spel en vooral wanneer je met iemand samen speelt, erg onstabiel kan zijn. Soms wordt de besturing hierdoor zelfs zeer weinig responsief.
Het klinkt misschien niet zo, met zijn wat matige technische kant en keiharde consequentie wanneer je dood gaat, maar ik heb zeer veel lol met Fade to Silence gehad. Als je een spel urenlang achtereen door blijft spelen en dan de later op de dag staat te trappelen om weer verder te spelen, dan is dat een goed teken. Ik vond het een zeer leuke uitdaging om te overleven in deze ijskoude wereld en te schuilen bij het vuur in krotjes, en om net genoeg voedsel te kunnen verzamelen en het tegelijk op te nemen tegen de vele monsters.