Joeri Tits | donderdag 23 Nov 2017, 20:00
Na het verrassend sterke game uit 2014 keren we opnieuw terug naar Mordor! Hoe is het nieuw avontuur ons bevallen?
Ik heb het altijd moeilijk als ze me vragen naar mijn favoriete game allertijden. Het aanbod is zo groot en het is moeilijk om een game van 15 jaar geleden te vergelijken met eentje van de laatste jaren. Daarnaast kan je de verschillende genres gewoonweg niet met elkaar vergelijken. Waar ik wel overtuigd van ben, is dat Middle-earth: Shadow of Mordor het game is dat mij het meeste verrast heeft deze consolegeneratie. Niet dat het game foutloos was, maar éindelijk kwam er een “Lord of the Rings”-titel uit van een degelijk niveau. Daarnaast zorgde het Nemesissysteem voor een totaal nieuwe game-ervaring. Ik moet dus niet vertellen hoe enthousiast ik was om voor jullie met het nieuwste deel aan de slag te gaan. Of mijn ervaringen even positief zijn, lezen jullie in mijn recensie!
Middle-Earth: Shadow of War gaat verder waar het vorige verhaal eindigde. Ik spoiler niet graag, dus ik ga heel voorzichtig proberen te vertellen wat we mogen verwachten. Het spel speelt zich nog steeds af tussen de verhaallijnen van “de hobbit” en “in de ban van de ring”. We spelen ook nog steeds met Talion, de ranger die in het eerste deel op zoek ging naar wraak voor zijn uitgemoord gezin. Talion werd in het eerste deel ook vermoord, maar kon herrijzen door de magie van Celebrimbor. Echte LOTR-freaks weten natuurlijk dat Celebrimbor de smid is die de beruchte ringen gemaakt heeft. In het verhaal dat ontwikkelaar Monolith wilt vertellen, leeft de geest van Celebrimor verder in het gedaante van Talion. Dit was zo in het eerste deel en is nu opnieuw het geval. Het verhaal van het eerste deel had al enkele vreemde dingen waarvan we denken dat ze niet zouden voorvallen als Tolkien het verhaal geschreven had. Eigenlijk doet het tweede deel het op dat vlak nog slechter. Toen ik in mijn jeugd het verhaal in de boeken ontdekte, had ik werkelijk schrik van Shelob, de enorme spin. Ook in de films was dit een gigantisch wezen waar Frodo en Sam de nodige problemen mee ondervonden. In het verhaal van Shadow of War neemt Shelob vaak de gedaante aan van een knappe zwartharige deerne. Tolkien zal op zijn minst zijn ogen fronsen als hij ziet hoe ver het verhaal afwijkt van wat hij jaren geleden heeft bedacht. Anyway, omdat het verhaal meteen volgt op het vorige deel, wil ik dus hier niet te fel op ingaan. Toch kan ik zeggen dat we ons gaan bezig houden met hetgeen dat bijna altijd het doel is in de wereld van Lord of the Rings: Mordor bevrijden van Sauron. Maar hiervoor moeten we eerst voorbij nieuwe dienaren zoals de nazgûl.
Toch was het verhaal over de wraakgevoelens van Talion voor mij niet het pronkstuk van het eerste deel. Dat was duidelijk het Nemesissysteem. Het verbaast me dat nog steeds geen andere ontwikkelaar dit heeft overgenomen, want de mogelijkheden zijn enorm. Degene die het eerste deel gespeeld hebben, weten dat elke Ork, maar vooral de sterkere Captains of Warchiefs, hun eigen persoonlijkheid had. Elke keer als je sterft, stijgt de Ork een rang en wordt hij krachtiger. De volgende keer dat je hem tegenkomt gaat hij je uitlachen. Ook het omgekeerde kan: wanneer hij weet te ontsnappen, kan hij zichzelf opwerken om bij een volgende confrontatie jou wel het vuur aan de schenen te kunnen leggen. Daarnaast kon je Orks manipuleren zodat ze voor jou gingen vechten. Monolith heeft dit systeem in Shadow of War grondig uitgebreid. Eén van de nieuwe dingen is dat je nu een Ork, die je in je macht hebt, op missie kan sturen om volgende quests gemakkelijker te maken of samen gaan vechten om een ander regio over te nemen. Ook in kwantiteit is er een gigantisch verschil, want er zijn nu verschillende stammen Orks, verdeeld over heel Mordor. Er zijn gigantisch veel stammen in de verschillende regio's. Nieuw is dat je de burcht moet overnemen om de Orkstam volledig te kunnen domineren. Dit zorgt ervoor dat je vaak op zoek gaat naar extra Orks om je leger te versterken. De hoeveelheid aan regio's, het opbouwen van legers en het veroveren en daarna verdedigen van burchten zorgt, zonder echt verder te gaan op het verhaal, al voor een enorme speelduur.
Op het vlak van gameplay werkt het nog steeds hetzelfde zoals we dat kennen uit het eerste deel in 2014. Hierbij kan je het klimmen en klauteren vergelijken met de “Assassin's Creed”-games. Het vechten is dan weer geleend van de “Batman: Arkham”-reeks uit de eigen stal van de uitgever. Hierdoor zorgt de gameplay meteen voor hun eigen voor- en nadelen. Net zoals bij Assassin's Creed durf je wel eens een verkeerde beweging te doen waardoor je ergens gaat belanden waar het eigenlijk niet je bedoeling was. Het vechten en ontwijken werkt perfect, maar voelt na al die jaren toch wat verouderd aan. De uitgeverij moet wellicht gedacht hebben dat iets wat goed is, geen verandering nodig had. Toch had ik persoonlijk wat meer veranderingen in de gameplay gewild, omdat dit met het vorige deel voor mij wat snel als repetitief aanvoelde. Ook hadden ze de minpunten wat kunnen aanpassen. Lopen door de A”-button in te houden, blijft toch een beetje onnatuurlijk aanvoelen. Toch is het gevoel van repetitiviteit in dit deel al een stukje minder, omdat je, als Tallion zijnde, al snel vrij veel van zijn eerdere skills tot je beschikking hebt. Als ervaren orkjager heb je dus niet het gevoel dat je weer eens helemaal opnieuw moet beginnen zoals dat is in pakweg elk nieuw deel van een singleplayergame.
Nieuwe skills kan je opnieuw vrijspelen door middel van een skilltree. Opnieuw zal je hierbij je prioriteiten moeten stellen over welke vaardigheden het meeste bij je speelstijl aanleunen, al is de keuze deze keer minder moeilijk dan in het eerste deel. Bij dit deel zal je, als je wat verder geraakt, alle vaardigheden wel vrijgespeeld krijgen.
Op puur grafisch vlak heeft Shadow of War geen reuzenstappen gezet. Dat is op zich ook geen probleem, want het vorige deel zag er al erg goed uit. Waar wel een duidelijk verschil zichtbaar is, zijn de omgevingen. Mordor is dynamischer en groter. Je waant je in een georganiseerde mierennest. Alles is wat sfeervoller en chaotischer en past daardoor meer dan ooit in de denkwereld van Tolkien. In het eerste deel waren er teveel open ruimtes en maakte het game op een weinig subtiele manier gebruik van recyclage van de spelwereld. Hierdoor kreeg ik bij de vorige amper het echte LOTR-gevoel. Dit euvel is bij dit deel volledig verholpen. De bijpassende muziek helpt daar natuurlijk ook aan. Shadow of War is eindelijk een game die het waard is gekoppeld te worden aan de “Lord of the Rings”-franchise.
De veelgesproken micro-transacties zorgen echter voor een domper op de speelvreugde. Het concept is nochtans goed: nadat je het “gewone” spel hebt uitgespeeld, moet je proberen het volledige spel te veroveren en te houden. Dit kon, in combinatie met wat multiplayerfuncties, zorgen voor nog meer speelduur dan dat er al voor handen was. Jammer genoeg word je hiermee wat gedwongen in de richting van het aankopen van lootboxes om je leger voldoende sterk te houden om te kunnen winnen. Dit zorgt voor een zeer wrange nasmaak. Shadow of War is namelijk geen gratis pay-to-win titel, maar een volwaardige singleplayergame waar we toch met zijn allen 60 euro voor betaald hebben. Toch durf ik het volledige spel hier niet op af te rekenen. Het gewone spel van Shadow of War heeft namelijk voldoende quests om je zeker 20 uur bezig te houden. Als je alle extra's er nog bijdoet, doe je daar zeker nog 15 uur bij. Dat is gigantisch in vergelijking met het vorige deel, dat ik op een verlengd weekendje heb uitgespeeld. De ontwikkelaar had zich veel miserie kunnen besparen door dit eindgame duidelijk als afzonderlijk speltype in het game te stoppen, of in het slechte geval uit te brengen via DLC. Op deze manier snijdt het zich, volgens mij, meer in de vingers dan dat het wat opbrengt. Op dat vlak pakt FIFA of het recent verschenen Assassin's Creed Origins het beter aan. Bij FIFA hoef je het speltype FUT niet aan te raken om voldoende plezier te beleven en bij de nieuwste Assassin's Creed zijn het enkel wat outfits of wat tijdbesparende items. Totaal niets wat de speelvreugde beinvloedt.
Tot slot wil ik het nog even hebben over twee specifieke dingen in het game. Het eerste is een leuk extraatje voor de gamers van het eerste uur. Je kan via het “Nemesis Forge”-systeem de progressie uit het eerste deel meenemen. Zo komen de orks uit het vorige deel mee naar het nieuwe deel en geven ze je een grappige of scheve opmerking over jullie confrontaties in het eerste deel. Daarnaast wil ik de pil van het microtransactiesysteem wat verzachten. De ontwikkelaar heeft geprobeerd het game wat onlinefuncties te geven. Dit hebben ze gedaan door je de mogelijkheid te geven forten van je andere gamers aan te vallen. Echt veel voegt dit echter niet toe. Het is echter geen echte online multiplayer zoals we die gewoon zijn. Je vecht gewoon tegen een bestaande fort van een online vriend. Die gaat deze ook niet verliezen als jij er gaat winnen. Je kan er enkel bonussen mee verdienen die je normaal gezien zou moeten gaan kopen door middel van lootboxes.
Middle-Earth: Shadow of War was voor mij één van de games waar ik het meeste naar uitkeek. Eindelijk is er een gamereeks die de mogelijkheden van Tolkien's meesterwerk volledig weten te benutten. Het game stelt mij niet teleur, maar er zijn toch een aantal zaken waar rekening mee gehouden moet worden voor we met z'n allen naar de gameboer hollen. Shadow of War is een échte sequel. Op het vlak van verhaal bouwt het meteen verder op het eerste deel. Daarnaast is ook de gameplay, maar zeker het genesissysteem, duidelijk een niveautje hoger. Er wordt meteen een heleboel informatie en mogelijkheden aan de gamer aangeboden waar ik niet zeker van ben dat het allemaal even duidelijk is als je totaal nieuw bent in de reeks. Ik raad dan ook iedereen aan om eerst het eerste deel te spelen, voor ze aan deze beginnen. Je kijkt toch ook niet eerst The Two Towers, om dan te beginnen aan de The Fellowship of the Ring? Aan alle gamers die wel plezier beleefd hebben aan het eerste deel, maar wat schrik hebben over de hele microtransactiekwestie, kan ik toch aanraden dit deel te kopen. Er is zoveel meer te doen in vergelijking met het eerste deel dat het zelfs de moeite is zonder het geldverslindende “end game”. Ik reken het game niet volledig af op de microtransacties, maar het zorgt er wel voor dat het game niet met de hoofdprijs aan de haal gaat.